Diervoeding

Het dagelijkse voederrantsoen voor een dier wordt in de Europese Verordening 1831/2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding gedefinieerd als "de gemiddelde totale hoeveelheid diervoeders, berekend op een vochtgehalte van 12%, die een dier van een bepaalde soort, leeftijdscategorie en prestatievermogen dagelijks nodig heeft om in al zijn behoeften te voorzien" Mengvoeders zijn mengsels van voedermiddelen, die al dan niet toevoegingsmiddelen kunnen bevatten, voor vervoedering in de vorm van volledige diervoeders of aanvullende diervoeders.

Voeder dat eiwitten, energie en vezels levert is essentieel, maar voldoet niet aan alle behoeften van dieren. Vee en pluimvee hebben mineralen nodig zoals calcium, fosfor en magnesium. Hun behoefte aan deze mineralen is zelfs nog groter in bepaalde rijpingsperioden, zoals tijdens de melkproductie.

Mengvoer is aanvullend voer dat mineralen bevat. Calcium is een belangrijk element van deze mineralen. Mengvoeders bevatten over het algemeen 2 tot 4% mineralen, vitaminen en additieven. Carmeuse biedt een calciumcarbonaat van hoge kwaliteit om te voldoen aan de calciumbehoeften van vee.

Mengvoeders kunnen worden onderverdeeld in verschillende types op basis van de beoogde diersoort en het ontwikkelingsstadium van het dier. Veel voorkomende types zijn:

• Startvoer: Ontworpen voor jonge dieren, zoals kuikens, biggen en kalveren, om hun vroege groei te ondersteunen.
• Groeivoer: Gebruikt voor dieren in de tussenliggende groeifase.
• Afmaakvoer: Samengesteld voor dieren die hun marktgewicht of volwassenheid naderen.
• Voeder voor legkippen: Ontwikkeld voor legkippen ter ondersteuning van de eierproductie.
• Fokvoer: Speciaal samengesteld voor fokdieren ter ondersteuning van het voortplantingssucces.